De Londense straatartiest startte in
2006 met zijn project Little
People. Zes jaar later was het met You are here
eindelijk aan Antwerpen om het decor te vormen voor de miniatuurtaferelen. Met
zijn minuscule poppetjes wil Slinkachu mensen aanzetten zich meer bewust te
zijn van hun omgeving. De poppetjes komen meestal uit modelbouwpakketten voor
miniatuurtreinen. Het project gaat zowel om het plaatsen van de taferelen als
de fotografie ervan.
Het Little People-project begon als hobby maar groeide al snel uit
tot een internationale hoogvlieger. Slinkachu zette zijn carrière als grafisch
vormgever stop en stortte zich op de kunst.
“Initieel wilde ik gewoon fijne dingen creëren voor mezelf en voor mijn vrienden.
Dat het zo’n vaart zou lopen, had ik nooit gedacht.” Door die plotse
parcourswijziging staat Slinkachu er wat weigerachtig tegenover zichzelf een
artiest te noemen. “Ik vind het moeilijk een term te moeten kleven op wat ik nu doe. Meestal benoem ik mezelf als fotograaf, maar dat dekt niet volledig de
lading. Het woord ‘artiest’ heeft een bepaalde bijklank en ik weet niet of ik
exclusief in dat hokje pas.”
Eenzaam
in de stad
Slinkachu stelt zijn taferelen
zodanig samen dat ze de eenzaamheid en de melancholie van het leven in een grootstad reflecteren. Mensen moeten zich kunnen vereenzelvigen met zijn kleine
personages.
“Eenzaamheid is een universeel thema dat toepasbaar is op steden over de hele
wereld. Welke vibe een stad ook heeft, er is altijd veel eenzaamheid.” Toch probeert
Slinkachu zijn projecten tot op zekere hoogte aan de gaststad aan te passen. Zo
draagt een van de Antwerpse personages een rood voetbalshirtje van de lokale
voetbalploeg.
De poppetjes schildert hij, zodat ze
binnen zijn visie passen. De rest van de enscenering gebeurt veelal met wat op
straat voorhanden is. Nadat Slinkachu de scène heeft vastgelegd, laat hij de
personages onverbiddelijk achter. Hoewel er heel wat tijd kruipt in het
prepareren van de poppetjes heeft Slinkachu er geen moeite mee hen over te
laten aan de grillen van de stad. “Nadat ik een installatie heb opgezet, zit mijn
taak erop. Ik laat het verder over aan het stadsleven. Ik observeer geen
toeschouwers omdat ik niet wil weten wat hun reactie is.”
Bootje
van twintig euro
De figuurtjes van Slinkachu zijn ondertussen
zeer gegeerd. “In Berlijn plooide ik eens een miniatuurbootje uit een briefje
van twintig euro. Een kleine jongen hield me toen de hele tijd in de gaten. Of
die nu vooral gefascineerd was door het geld of het bootje, blijft de vraag. De
boot was in ieder geval geen lang leven beschoren, aangezien het jongetje vlak
nadat ik klaar was al probeerde
het tafereeltje uit het water te vissen. Maar dat vind ik niet erg, het hoort
er zelfs bij.”
Waarom de artiest onder de naam
Slinkachu door het leven gaat, is niet om juridische redenen zoals bij Banksy
het geval is. “Het pseudoniem is met het project meegegroeid. Nu probeer ik
mijn echte naam uit de belangstelling te houden, omdat ik merk dat hoe minder
je weet over een artiest, hoe interessanter het project zelf blijft.” Waar de
naam Slinkachu vandaan komt is ondertussen gemeengoed geworden. Doordat de Londenaar vroeger lang, krullend haar had,
kreeg hij de bijnaam Slinky,
naar het gelijknamige spiraalvormige speelgoed dat, mits een klein tikje
eigenhandig trede per trede de trap afgaat. Dat die bijnaam in een Pokémonkleedje
gestoken werd, was Slinky’s eigen schuld. “Op de universiteit tekende ik mijn
vrienden als Pokémonfiguren. Maar ook ik ontsprong de dans niet. Mijn bijnaam verbasterde
tot Slinkachu en die naam is blijven hangen.”
Little
People, big plans
Voorlopig zitten er nog geen nieuwe
projecten in de pijplijn maar Slinkachu hoopt met zijn Little People nog wel even door te gaan. “Het project blijft
lopen maar zal waarschijnlijk een andere vorm aannemen. Op termijn wil ik me
focussen op een meer architecturale visie en de omgeving van mijn little people meer belang toekennen dan ik tot nu toe heb
gedaan. Het is normaal dat een project evolueert. Ik moet het niet enkel voor het publiek interessant
houden maar ook voor mezelf.”
(apen.be/node/15802)